-
1 incorporate
adj. samengebonden, vastgebundeld; aangesloten (bij een zaak/vereniging)--------v. omvatten; verenigen; toelaten (van een lid); opzetten van een vennootschapincorporate1[ inko:pəreet] 〈zelfstandig naamwoord: incorporation〉2 een onderneming/naamloze vennootschap oprichtenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 opnemen ⇒ verenigen, incorporeren4 onder/samenbrengen in een naamloze vennootschap♦voorbeelden:————————incorporate2[ inko:prət] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉→ incorporated incorporated/ -
2 reincorporation
n. het opnieuw oprichten van een naamloze vennootschap, het zich tot een geheel te verenigen; het opnieuw inlijven (als lid toelaten) -
3 enter
v. binnengaan, binnenkomen; gaan in; opgeven; boeken[ entə]♦voorbeelden:1 gaan in/op/bij ⇒ zich begeven in, zijn intrede doen in2 in/bijschrijven ⇒ opschrijven, noteren 〈 in boek, notulen〉; boeken 〈 in kasboek〉; opnemen, plaatsen 〈 in boek〉; intypen, invoeren 〈 gegevens〉6 inzenden♦voorbeelden:enter against • op rekening schrijven van -
4 induct
v. installeren, inhuldigen[ indukt]1 installeren ⇒ inhuldigen, bevestigen2 introduceren ⇒ als lid opnemen/toelaten
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский